Je bent op een feest en opeens krijg je een geniale ingeving. Trots als je bent, vertel je je gesprekspartner in geuren en kleuren je idee en begin je te filosoferen over de uitwerking ervan. Uren later denk je terug aan het gesprek en kun je jezelf wel een trap verkopen. Waarom ben ik erover begonnen? En waarom uitgerekend tegen die persoon? Maar meteen ook: ben ik als eerste bedenker van het idee wettelijk beschermd?

Hoe dat zit, lees je in deze gastblog van Shyreen Sheoraj Panday, jurist bij De Raadgevers.
Registratie
Ideeën kan iedereen hebben en ze worden op zich niet door de wet beschermd. Er is wel een mogelijkheid om ideeën te registreren bij het i-depot van het Benelux Bureau voor het Intellectuele Eigendom in Den Haag. Met zo’n registratie kun je bewijzen dat je op een bepaald moment het idee al had. Op basis van de registratie in het i-depot kun je anderen niet verbieden om hetzelfde idee uit te werken, te produceren en te vermarkten.
Geheimhouding
Als je anderen nodig hebt bij het verder uitwerken van het idee of een deel daarvan, kun je hun hulp inroepen. Laat de personen die je inschakelt dan wel een geheimhoudingsverklaring tekenen, voordat je ook maar iets loslaat over je idee.
Auteursrecht
Pas op het moment dat er sprake is van veel meer dan enkel een idee, namelijk van een vergevorderd plan ten aanzien van de uitwerking en uitvoering ervan, kan er sprake zijn van bescherming van het auteursrecht op dit idee. Pas dan is er namelijk sprake van een ‘werk’ zoals bedoeld in de Auteurswet.
Om bescherming onder de Auteurswet te genieten, dient er sprake te zijn van ‘een werk, dat een eigen oorspronkelijk karakter bezit en het persoonlijk stempel van de maker draagt’.
Vloek en zegen
Auteursrechtelijke bescherming genieten is zowel een zegen als een vloek. Als rechthebbende kun je snel optreden tegen inbreukmakers. Dit bevordert de creativiteit, omdat je weet dat je zelf de vruchten plukt van het werk dat je doet. Nadeel is dat als iemand anders iets verandert aan jouw werk, er een nieuw werk ontstaat met dezelfde auteursrechtelijke bescherming. Gelukkig kijken rechters naar het totaalbeeld dat door het werk wordt opgeroepen om te bepalen of er sprake is van een auteursrechtelijk werk en of er sprake is van inbreuk op dat werk. Wil iemand met een kleine aanpassing met jouw idee aan de haal gaan, dan kan de rechter dit zien als ‘slaafse nabootsing’ en ben je op grond van een andere wet beschermd.
Tip: Heb je nog eens een geniale ingeving? Bijt dan op je tong en bedenk hoe vervelend het voelde toen je dacht dat een ‘vriend’ er met jouw idee vandoor zou gaan…
Door: Shyreen Sheoraj Panday
De Raadgevers bedrijfsjuristen
www.deraadgevers.nl
Tel. 088 133 11 33
@Arjan
Ik maak het wel eens mee: dat auteurs mij vragen om een geheimhoudingsverklaring te tekenen. Bijvoorbeeld, omdat ze een (in elk geval in hun ogen :-)) geniaal idee hebben, omdat ze me een tekst doorsturen waaraan nog veel verbeterd moet worden en/of omdat ze niet willen dat ik hun content gebruik voor andere doeleinden. Nu houdt een professionele tekstschrijver/ghostwriter/redacteur daar natuurlijk sowieso al rekening mee en discretie hoort bij het vak. Maar waarom zou ik niet een geheimhoudingsverklaring kunnen of willen tekenen voordat ik meer over het concept weet? En waarom zou iemand die je echt verder kan helpen geen geheimhoudingsverklaring willen tekenen? Daarmee zegt hij zijn medewerking nog niet toe. Voor dit laatste zul je inderdaad meer moeten loslaten.
Die passage over geheimhouding is wel erg grappig en naïef:
“Als je anderen nodig hebt bij het verder uitwerken van het idee of een deel daarvan, kun je hun hulp inroepen. Laat de personen die je inschakelt dan wel een geheimhoudingsverklaring tekenen, voordat je ook maar iets loslaat over je idee.”
Alsof mensen die je echt verder kunnen helpen (met hun invloed, expertise of geld) hiertoe bereid zouden zijn zónder dat je iets loslaat over je idee. Da’s nou juist het dilemma!
Beste Arjan,
In mijn praktijk komt het regelmatig voor dat er geheimhoudingsverklaringen over en weer worden getekend.
Jammer dat je er andere ervaringen mee hebt. Uiteraard dien je wel net datgene los te laten dat de andere partij “triggert” zonder dat je te veel weggeeft. Ach, doe je het vaak genoeg, dan kom je vanzelf wel de juiste personen tegen…
Ik wil wat hogeschooldocenten als zgn. meelezer mijn manuscript toezenden, maar begrijp uit jullie filmpje over dit onderwerp dat auteursrecht niet opgaat voor onderwijsdoeleinden. Ik kom er niet achter als zij mijn manuscript (deels) als syllabus of anderszins als studiemateriaal gaan inzetten en wil deze mogelijkheid voorkomen. Is het gebruikelijk hen een geheimhoudingsverklaring te laten tekenen? En hoe zien die er uit?
Beste Armand,
Indien delen van je werk getoond worden op scholen, dan valt het tonen daarvan niet onder openbaar maken volgens de wet. Het moet dan wel gaan om delen van je werk, die onderdeel uitmaken van een leerplan van de school. Als delen van je werk voorgedragen worden op bijv. schoolavonden, dan gaat deze exceptie niet op.
Voor het laten meelezen zou ik inderdaad een geheimhoudingsverklaring adviseren. Daarin neem je op dat je voornemens bent de school of een docent te vragen om je manuscript te lezen en dat je met elkaar afspreekt dat er niets gemeld wordt uit het manuscript of dat afgeleid kan worden uit het manuscript onder straffe van een boete per overtreding. Ook neem je op dat er geen inbreuk op het geheimhoudingsbeding is, als de zaken of delen van het werk op een andere wijze openbaar zijn geworden.
Het is gebruikelijk om een geheimhoudingsverklaring te tekenen en het getuigt ook van professionaliteit.