Kennisbank voor schrijvende ondernemers
< Alle onderwerpen
Afdrukken

Schrijftermen

Boekinhoud en -onderdelen

 
 

  • Blurb

    Een korte aanbeveling (een of twee regels) voor een boek, die meestal een plekje krijgt op het omslag. Vaak is de blurb afkomstig van een expert in het betreffende vakgebied, van een bekende Nederlander of Vlaming, of van een tevreden klant.

  •  

  • Bonusbox

    De door BoekenBusiness geïntroduceerde term voor een bijzondere vorm van de kadertekst. Dankzij de bonusbox haal je als schrijvende ondernemer veel meer uit je boek. Nieuwsgierig? We vertellen je er graag alles over tijdens een Boek & business-sessie.

  •  

  • Colofon

    Een opsomming van praktische informatie over een boek. Denk hierbij aan ISBN en NUR, de naam en website van de uitgever, het jaar van verschijnen, om de hoeveelste druk het gaat, een copyrightbepaling en de namen van mensen die aan het boek hebben meegewerkt (zoals de redacteur, vormgever en illustrator).

  •  

  • Dankwoord

    Een tekst in je boek waarmee je de mensen bedankt die belangrijk waren voor de totstandkoming van het boek (en in het verlengde daarvan voor je bedrijf of jou persoonlijk).
    Een dankwoord plaats je bij voorkeur ergens achter in het boek.

  •  

  • Disclaimer

    Een mededeling, bijvoorbeeld op de pagina met het colofon, waarin je als auteur je aansprakelijkheid beperkt.

  •  

  • Eindnoot

    Een noot achter in een boek die informatie uit de hoofdtekst verklaart of aanvult. Eindnoten worden bijvoorbeeld gebruikt voor bronvermeldingen. Zie ook voetnoot.

  •  

  • Epiloog

    Een korte tekst (vaak een of twee pagina’s) die na de hoofdtekst van een boek komt. Verschillen met het nawoord zijn dat de epiloog nog bij het ‘verhaal’ hoort en dat de schrijver zich niet rechtstreeks tot de lezer richt. In non-fictie is een epiloog veel minder gebruikelijk dan in fictie. Zie ook proloog.

  •  

  • Flaptekst

    De (veelal wervende) tekst op de achterzijde van de cover, bedoeld om lezers te informeren over de inhoud van het boek en de schrijver ervan.

  •  

  • Franse titel

    Pagina vóór de eigenlijke titelpagina met daarop de volledige of verkorte titel van het boek, meestal in een eenvoudige, niet bijzonder in het oog springende opmaak.

  •  

  • Hoofdstuk

    Thematisch afgeronde eenheid in een boek, bestaande uit paragrafen en/of alinea’s.

  •  

  • Inhoudsopgave

    Een overzicht van de inhoud van een boek, na titelpagina, voorwoord en colofon meestal het eerste onderdeel in een boek. De inhoudsopgave bevat de hoofdstuktitels (en eventueel paragraaftitels) en de bijbehorende paginanummers.

  •  

  • Inleiding

    Het ‘eerste’ deel van een boek, dat het onderwerp introduceert en de lezer voorbereidt op wat er in de rest van het boek volgt. De inleiding bevat de centrale boodschap van je boek en eventueel de aanleiding voor het schrijven ervan (als je die als auteur niet in het voorwoord al genoemd hebt). Daarnaast kan de inleiding dienen als leeswijzer. Zie ook proloog.

  •  

  • Motto

    Een korte, krachtige tekst aan het begin van een boek die verwijst naar het doel of ideaal van de schrijver.

  •  

  • Nawoord

    Korte tekst achter in het boek, na de hoofdtekst, die geen onderdeel uitmaakt van het verhaal of de inhoudelijke hoofdboodschap van het boek. In het nawoord richt de auteur zich rechtstreeks tot de lezer. Zie ook epiloog en voorwoord.

  •  

  • Opdracht

    Een tekst vóór in een boek waarmee het aan iemand wordt opgedragen.

  •  

  • Proloog

    Een korte, prikkelende of nieuwsgierig makende tekst (vaak een of twee pagina’s) die voorafgaat aan de hoofdtekst van een boek en die, anders dan het voorwoord, niet het werk inleidt maar het verhaal. Vandaar ook dat een proloog in non-fictie veel minder gebruikelijk is dan in fictie. Een ander verschil met het voorwoord is dat de schrijver zich in de proloog niet rechtstreeks tot de lezer richt. Een verschil met de inleiding is dat die veel inhoudelijker en uitgebreider is. Zie ook epiloog.

  •  

  • Register

    Een gewoonlijk achter in het boek geplaatste inhoudsopgave met een alfabetische of systematische rangschikking van de onderwerpen die erin aan bod komen. Een boek kan zowel een register als een inhoudsopgave bevatten.

  •  

  • Titelpagina

    Pagina met daarop de titel van het boek.

  •  

  • Voorwoord

    Ook wel woord vooraf genoemd. Korte tekst vóór in het boek, vaak geschreven door iemand anders dan de auteur, die dient als aanbeveling om het boek te lezen. Laat je als auteur een ander het voorwoord van je boek schrijven, dan heeft dat als voordeel dat je meelift op het imago en het netwerk van de voorwoordschrijver.  Je kunt ook zelf een voorwoord schrijven, met daarin bijvoorbeeld wat achtergrondinformatie en je beweegredenen om het boek te schrijven. In een voorwoord richt de schrijver zich rechtstreeks tot de lezer. Zie ook inleiding, proloog en nawoord.

  •  

  • Woord vooraf

    Zie voorwoord.

 

 

Structuur hoofdstuk

 

  • Alinea

    De belangrijkste bouwsteen van een tekst: een tekstdeel van samenhangende zinnen die een eenheid vormen en dat van de overige tekst gescheiden is door witregels (of inspringingen). Meerdere alinea’s samen vormen een paragraaf (bijvoorbeeld in een studieboek) of een hoofdstuk (bijvoorbeeld in een levensverhaal).

  •  

  • Chapeau

    Een titel boven de hoofdstuktitel in een boek. De chapeau heeft een kleinere letter dan de kop waar deze bij hoort en wordt bijvoorbeeld cursief gedrukt. Gebruikelijker dan een chapeau is de onderkop.

  •  

  • Hoofdstuktitel

    De kop boven een hoofdstuk in een boek.

  •  

  • Kadertekst

    Een tekst geplaatst in een kader. Met een kader kun je tekst extra laten opvallen en bijvoorbeeld duidelijk maken dat deze een andere status heeft dan de basistekst. Een bijzondere vorm van de kadertekst is de bonusbox.

  •  

  • Kop

    Aanduiding boven een samenhangend tekstdeel, bijvoorbeeld een of meer alinea’s, een paragraaf of een hoofdstuk. Koppen zijn bij voorkeur kort, krachtig en duidelijk of prikkelend. Koppen krijgen een opmaak die afwijkt van de opmaak in de hoofdtekst. Zie ook hoofdstuktitel, tussenkop, onderkop, chapeau.

  •  

  • Onderkop

    Een titel onder de hoofdstuktitel in een boek, ook wel subkop genoemd. De onderkop heeft een kleinere letter dan de hoofdstuktitel.

  •  

  • Paragraaf

    Een tekstdeel van aan elkaar gerelateerde zinnen die samen één onderwerp of gedachte verwoorden. Vaak bestaan paragrafen uit meerdere alinea’s; meerdere paragrafen vormen samen een hoofdstuk. Paragrafen kunnen genummerd (bijvoorbeeld 1.1 voor de eerste paragraaf van het eerste hoofdstuk) of ongenummerd zijn. Genummerde paragrafen kunnen een paragraafteken (§) meekrijgen; in studieboeken is dit gebruikelijker dan in algemene non-fictie.

  •  

  • Sprekende hoofdregel

    Ook sprekende kopregel genoemd. Een regel bovenaan een pagina die de inhoud van de tekst aangeeft. Meestal wordt hiervoor de hoofdstuktitel gebruikt, eventueel aangevuld met een paginanummer.

  •  

  • Sprekende kopregel

    Zie sprekende hoofdregel.

  •  

  • Tussenkop

    Een kop op een lager niveau dan de hoofdkop of hoofdstuktitel.

  •  

  • Voetnoot

    Een noot onderaan de bladzijde van een boek, met daarin een verklaring van of aanvulling op de hoofdtekst. Voetnoten worden bijvoorbeeld vaak gebruikt voor bronvermeldingen. Zie ook eindnoot.

 
 

Schrijfproces

 

  • Auteursrecht

    Het exclusieve recht van jou als schrijver om je werk openbaar te maken en te verveelvoudigen.

  •  

  • Coauteur

    Iemand die samen met een of meer anderen een boek schrijft.

  •  

  • Copyright

    Het exclusieve recht van jou als schrijver om je werk openbaar te maken en te verveelvoudigen. Ook wel auteursrecht genoemd.

  •  

  • Genre

    Aanduiding van het soort boek. Bijvoorbeeld een biografie, managementboek, zelfhulpboek of levensverhaal. Zie ook Soorten non-fictieboeken en Wat is het verschil tussen fictie en non-fictie?

  •  

  • Ghostwriter

    Iemand die in naam van een ander een boek schrijft. Kies je voor ghostwriting, dan schrijf je als ‘auteur’ dus niet zelf je boek, maar komt wel jouw naam op de cover.

  •  

  • Herschrijven

    De tekst van je boek opnieuw (laten) schrijven, in een andere vorm. Dit gaat een flinke stap verder dan reviseren (door de auteur zelf) en redigeren (meestal door een externe professional).

  •  

  • Kill your darlings

    Een veelgehoord advies voor (beginnende) schrijvers. Letterlijk vertaald: ‘vermoord je lievelingen’. Het idee erachter is dat je als schrijver juist die passages schrapt (of dat op zijn minst overweegt) waaraan je zelf erg gehecht bent.

  •  

  • Manuscript

    Een tekst, door een auteur geschreven met als doel deze te laten drukken (of als e-book uit te geven).

  •  

  • Meelezer

    Iemand die tijdens het schrijven van een boek meedenkt met de auteur en commentaar geeft op conceptteksten.

  •  

  • Plagiaat

    Teksten (of delen ervan) overnemen van een ander en doen alsof ze van jezelf zijn. Plagiaat plegen is in strijd met het auteursrecht en kan serieuze (juridische) gevolgen hebben.

  •  

  • Proeflezen

    Drukproeven lezen. De term wordt ook gebruikt in de betekenis van tegenlezen: een manuscript doorlezen om verbeterpunten te spotten, zodat de auteur deze kan aanpakken.

  •  

  • Redigeren

    De tekst van een boek flink verbeteren door onder meer de stijl, grammatica en structuur aan te pakken. Als auteur besteed je dit bij voorkeur uit aan een professional. Zie ook reviseren, herschrijven en proeflezen.

  •  

  • Reviseren

    Met een frisse blik je tekst opnieuw bekijken (bijvoorbeeld na een nachtje slapen) en verbeteringen doorvoeren. Zie ook redigeren en herschrijven.

  •  

  • Tegenlezen

    Een manuscript doorlezen om verbeterpunten te spotten, zodat de auteur deze kan aanpakken. Tegenlezen tilt de tekst van een boek naar een hoger niveau. Zie ook proeflezen en redigeren.

  •  

  • Writer’s block

    Een blokkade tijdens het schrijven van je boek. Je loopt vast: er komt niks meer uit je pen of toetsenbord. Gelukkig is het een tijdelijke toestand.

 

Inhoudsopgave